Ander onderwijs

Door George van der Meulen, Teacher for Climate

De vele milieu- en klimaatproblemen die ons in de media overspoelen en die een bedreiging zijn voor een leefbare toekomst zijn symptomen van het onderliggende kapitalistische economische systeem. Dat het voor de mensheid een buitengewone uitdaging vormt om dit radicaal te veranderen komt omdat het ook een enorme welvaart heeft gebracht en de mens hieraan verslaafd is geraakt, gehersenspoeld door de krachtige machinerie van reclame en marketing. Deze staat volledig in dienst van dit systeem en laat hem dingen aanschaffen die hij niet echt nodig heeft en schadelijk kunnen zijn voor milieu en klimaat. Deze radicale systemische verandering is wellicht moeilijk en pijnlijk maar zeker niet onmogelijk. Dit artikel laat zien waarom dat zo is en welke sleutelrol opvoeding en onderwijs hierin kunnen spelen als een krachtig wapen dat tegen deze machinerie kan en moet worden ingezet. 

pexels karolina grabowska 4386366

De helft van de economiestudenten aan universiteiten volgt deze studie om ‘rijk’ te worden terwijl ze dan alleen aan geld denken, ze oefenen met modellen die uitgaan van winstmaximalisatie en maximale aandeelhoudersrendementen, ze gaan onbekommerd uit van onbeperkte economische groei, geloven dat je met (meer) geld alles kunt oplossen en dat niet de natuur maar de economie uiteindelijk het laatste woord heeft. Later komen deze mensen niet terecht in betekenisloze baantjes, maar zitten wel aan de knoppen van bedrijven, banken en overheidsinstellingen en is het geen wonder dat zaken als milieu, klimaat, de planeet, de natuur, duurzaamheid, ecologie enz. niet de eerste zijn waaraan ze zullen denken.  Maar deze studenten zijn ooit van het voortgezet onderwijs gekomen, hebben hun basis meegekregen in het primair onderwijs en zijn al vanaf het begin gevormd door de opvoeding. Kijken we eerst naar het voortgezet onderwijs, wat zien we daar dan? 

Wij zien daar de gevolgen van een proces van fragmentatie waardoor er allemaal verschillende vakken zijn ontstaan die voor de leerling kennelijk nodig zijn om zich voor te bereiden op een nuttige functie in de maatschappij terwijl het vaak allesbehalve duidelijk is hoe die vakken zelf eventueel met elkaar samenhangen en of zij later ook inderdaad het beoogde nut hebben. Kijken we naar het vak economie dan blijkt dat de dominante neoklassieke variant  blijk geeft van een gefragmenteerde werkelijkheid waardoor de prijs wordt gescheiden van de waarde, arm van rijk, bezitters van bezitlozen, het particuliere van het gemeenschappelijke, enz. De neoklassieke economie verbindt niet maar ontbindt. Het zal niet verbazen dat de economische wetenschap zelf gefragmenteerd is in vele tientallen verschillende benaderingen en specialismen. Zo hebben we een boeddhistische economie, een ecologische economie, een ruileconomie, een feministische, een monetaire, een micro, een macro enz. enz. 

Ook de kwestie van de natuur en duurzaamheid is hier versnipperd in talloze dossiers. De prioriteit is kennelijk ver te zoeken. Natuurlijk, er zal bij bepaalde vakken heus wel eens wat aandacht aan worden besteed; er kan bijvoorbeeld een onderwerp als ‘plastic soep’ langskomen. Maar daar blijft het dan ook vaak bij. Het is onbegrijpelijk en symptomatisch dat de kans dat bij de eindexamens economie het onderwerp ‘klimaat’ aan bod komt nog altijd niet heel groot is. In het voortgezet onderwijs is het proces van specialisatie en fragmentatie al zover gevorderd dat dat niet de plaats kan zijn van waaruit een integraal werkelijkheidsbeeld kan worden opgebouwd, dat wil zeggen een waarheid die uitgaat van het grotere plaatje van de natuur, het milieu, het klimaat en de planeet.

Enkele stappen terug
Om die plaats te bereiken zullen we enkele stappen terug moeten doen en komen dus terecht bij het basisonderwijs en opvoeding. Om met de opvoeding te beginnen: het belangrijkste dat de ouders kunnen doen is het aanwakkeren van een gevoel van liefde, bewondering en respect voor de natuur. Avontuurlijke boswandelingen zouden hier wonderen kunnen doen.  

pexels any lane 5727775

Nieuwsgierigheid, het stellen van vragen, het creatief kunnen denken over mogelijke antwoorden: voor een kind werkt het allemaal aanstekelijk en stimulerend. Dan is de stap niet meer zo groot om vervolgens ook verantwoordelijkheid te voelen voor een dier, een plant, een boom, een sloot. Belangrijker dan kinderen al iets cognitiefs over de natuur te leren is het stimuleren van het fundamentele liefdesgevoel dat al in hen aanwezig is en dat alleen maar verder aangewakkerd hoeft te worden. Ze zullen later wellicht in hun opleidingen begrippen tegenkomen als ‘holistische mindset’, ‘inclusiviteit’, ‘ecocentrisme’, ‘ecologische geletterdheid’, ‘planetair burgerschap’, ‘zorgethiek’ e.d. Maar al deze rationalisaties wijzen simpel terug naar het fundament: liefde voor de natuur – inclusief onszelf – en onze planeet. 

Door de vraag centraal te stellen wat de natuurlijke intrinsieke waarde is van de dingen wordt hier al het vaccin geproduceerd tegen een doorgeschoten giftig kapitalisme dat op alles een prijssticker denkt te kunnen plakken en de waarde van iets gelijkstelt aan die prijs.   

De sleutel van de hele transitie is gelegen in een radicaal ander bewustzijn en dit kan en moet worden gestimuleerd in en door het onderwijs. Het is het basisonderwijs dat hierin op zijn beurt de sleutelpositie vervult; in het voortgezet onderwijs is het fragmentatieproces immers al te ver gevorderd terwijl het primair onderwijs idealiter voortbouwt op het natuurlijk opvoedingsfundament zoals dat hierboven beschreven is. Hier kan de ecologische geletterdheid, het abc van de natuur, verder worden uitgebouwd en zouden er bijvoorbeeld vanaf groep 3 basislessen biologie/ecologie gegeven kunnen worden. Dit onderwijs zal de leerling stimuleren om zich te verwonderen en om zich vragen te blijven stellen: de motor die nog lang blijft draaien, tot later in het VO, HBO en WO. 

Natuurlijk geïntegreerd onderwijs 
Dit onderwijs is idealiter te omschrijven in termen van: natuurlijk, groen, duurzaam, circulair, holistisch, inclusief, regeneratief. Dit laatste impliceert onderwijs dat zich richt op het herstellen en doen ontplooien van de menselijke innerlijke natuur in relatie tot de uiterlijke natuur. Als er tastend en (onder)zoekend, creatief allerlei dwarsverbanden worden ontdekt en gelegd zal er ook meer samenhang komen tussen de vak- en leergebieden en zal het onderwijs zich blijven vernieuwen en verduurzamen. Duurzaamheid in het onderwijs komt tot stand als het onderwijs zich zèlf voortdurend inhoudelijk verduurzaamt en vernieuwt. In deze ontwikkeling kunnen bovendien betekenisvolle verbindingen worden ontdekt en gelegd tussen de lesstof en de leeromgeving, tussen leeromgeving en de wereld buiten school, tussen de innerlijke en de uiterlijke natuur. 

Een voorbeeld van een natuurlijk integratieproces m.b.t. het primair onderwijs is de zgn.‘whole school approach’. Hierwerkt de leerling in een schoolklimaat waarin duurzaam denken en doen vanzelfsprekend is. Het complete schoolteam, bestaande uit personeel, leerlingen, ouders en samenwerkingspartners is daarvoor nodig. Samen zorgt men ervoor dat duurzaamheid wordt geïntegreerd in de visie, het curriculum en de didactiek, de bedrijfsvoering, de kennis van alle medewerkers, de inrichting en de omgeving van de school. Leren voor duurzame ontwikkeling gaat het beste in een leeromgeving waarin duurzaamheid in alles zichtbaar is. Dat strekt zich uit van zichtbaar groen in en om de school, een energiezuinig gebouw, een gezonde kantine, aandacht voor inclusiviteit (bijvoorbeeld genderneutrale toiletten) tot een didactiek en een schoolorganisatie die zijn gebaseerd op ecologisch bewustzijn, verbinding, creativiteit en samenwerking, met een bijpassende managementstijl. Meer praktisch gezien kan de school ook het nodige doen, bijvoorbeeld: een recycling winkeltje opzetten met gebruikt speelgoed (waaraan bepaalde basislessen over economie zijn te koppelen), het organiseren van workshops en lezingen voor leidinggevenden, ouders en docenten, het stimuleren van energiebewustzijn door de lichten uit te doen na de les, het checken of de leerlingen gezond eten, het vergroenen van het schoolplein etc. Meegaand in de maatschappelijke trend verzekert een groene basisschool zich hiermee tevens van haar toekomstig voortbestaan. Met een duidelijk groene visie en identiteit, creëert het nieuwswaarde, zet de school zich hiermee op de kaart en zullen er ook gemakkelijker middelen kunnen worden gegenereerd voor allerlei duurzame initiatieven, nieuwe leermiddelen, excursies, bijscholing e.d.

Het zal alleen nog maar een kwestie van tijd zijn of de nieuwe ecologisch georiënteerde economie zal min of meer geleidelijk de plaats innemen van het oude rampzalige neoklassieke kapitalistische denken met alle gevolgen die dat in de wereld heeft. De economiedocent van de (nabije) toekomst is breed en multidisciplinair georiënteerd en heeft een ‘holistische mindset’ waardoor hij openstaat voor verschillende economische invalshoeken en alternatieve manieren van denken. Anno 2024 heeft het netwerk ONE (Our New Economy) al nieuw lesmateriaal gemaakt. Docenten die hiermee als pioniers graag aan de slag zouden willen gaan zijn hier klaar voor. Nu het onderwijs nog.

Een nieuw narratief.
Essentieel is dus het ontstaan van een ander bewustzijn, iets dat je niet kunt fragmenteren, in hokjes stoppen of in afzonderlijke vakken onderverdelen. Het is iets dat zowel eindeloos is als allesomvattend. Er is een nieuw narratief nodig, een verhaal dat vertelt van de mens in relatie tot de natuur en dat in volle breedte en diepte in het onderwijs moet worden geïntegreerd. Dat uitzicht biedt op een leefbare toekomst en tevens een remedie vormt tegen al te veel klimaatangst en depressie. In het algemeen leert de mens door pijn, rampen en ellende. Of door inzicht. Een leefbare toekomst hebben we in eigen handen en is een kwestie van keuze. De beste keuze is daarom die voor ander onderwijs. Laten we hiermee aan de slag gaan. 

Deel dit artikel:

Facebook
Twitter
LinkedIn