Bij het coöperatief energiebedrijf Energie VanOns gaat het niet om zoveel mogelijk winst maken. Het wil samen met energiecoöperaties werken aan een energietransitie waar de lokale gemeenschap het voor het zeggen heeft.
Lang was zijn ideaalplaatje dat dorpen en wijken zich los van de markt zelf zouden voorzien van lokale groene energie. Dat lijkt onhaalbaar ,,maar 80 procent zelfvoorzienend is ook mooi`, vindt Jaap Hoeksema, directeur van Groninger energiebedrijf Energie VanOns (EvO)
In de tien jaar dat EvO, opgericht door drie koepels van energiecoöperaties in Groningen, Fryslân en Drenthe, bestaat, groeide het klantenbestand van 2500 naar nu zo’n 14.000 afnemers. Een trouw klantenbestand dat Hoeksema verklaart door de coöperatieve basis. ,,Onze klanten zijn bijna allemaal ook lid van een energiecoöperatie in hun dorp of wijk. Ze zijn niet steeds op zoek naar de goedkoopste aanbieding maar zien het belang in van lokale opwekking van energie waarbij de opbrengsten de gemeenschap ten goede komen.”
Zo krijgt een energiecoöperatie jaarlijks 75 euro per klant van EvO uitgekeerd om te investeren in de gemeenschap. Nog lucratiever is de afname door EvO van groene energie van door dorps- en wijkcoöperaties aangelegde zonnedaken en -weides en gebouwde dorpsmolens. Hierdoor blijft het geld ook in de lokale gemeenschap. ,,Veel gemeenten dachten duurzaam bezig te zijn met grote, door projectontwikkelaars aangelegde zonneweides. Die zijn vervolgens doorverkocht aan bijvoorbeeld Chinese investeerders waardoor subsidiegeld zo naar het buitenland vloog. Met duurzame energie-installaties in lokaal eigendom en de verkoop van de opbrengst aan EvO voorkom je dat en sla je meerdere vliegen in één klap. Je vergroent de energie en de lokale gemeenschap profiteert.”
Dit lokaal gerichte uitgangspunt waarbij winst niet naar aandeelhouders maar lokale gemeenschappen terugvloeit, was ook de belangrijkste reden voor Hoeksema om bij EvO aan de slag te gaan. Al waren de eerste jaren tropenjaren blikt hij terug. ,,Moest ik twee keer per dag achter de computer beslissen op welke prijs ik stroom en gas moest inkopen. Vond ik het ‘s middags toch te hoog, had ik een slapeloze nacht uit angst dat het een dag later nog hoger zou zijn.”
Door de organisatie aan te passen zijn de slapeloze nachten voorbij al is de energiemarkt ook voor een idealistisch energiebedrijf als EvO sinds de oorlog in de Oekraïne een lastige. ,,Nadat de energiemarkt was geliberaliseerd zag je wat schommelingen in de prijzen maar wel altijd rond een stabiel punt. Dat is echt over.”
Wat de toch al ingewikkelde energietransitie volgens hem nog lastiger maakt, is het zwabberend beleid van de overheid. ,,Dankzij de salderingsregeling waarbij paneeleigenaren voor de zonne-energie die ze aan het net terug leverde volledig vergoed kregen, werden zonnepanelen een groot succes. De keerzijde was wel dat door het succes energiebedrijven steeds meer kwijt waren aan die overtollige stroom die ze zelf niet altijd konden verkopen. Die kosten werden aan iedereen doorberekend, dus ook aan huishoudens zonder panelen.”
De politiek leek de saldering af te schaffen maar de Eerste Kamer torpedeerde dat voornemen. ,,Energiedeskundigen gaven unaniem aan dat de saldering moest stoppen. Ook Diederik Samsom, die het indertijd invoerde, stelt dat het niet houdbaar meer is. Maar korte termijn politiek gewin gaf de doorslag.”
EvO was een van de eerste energieleveranciers die klanten te veel geleverde stroom in rekening ging brengen. ,,Dat was zelfs voor sommige van onze toch trouwe klanten reden om over te stappen. Maar inmiddels namen ook de grote leveranciers die stap.”
Veel mensen die nog niet zo lang panelen hebben aangeschaft voelen zich bekocht hoort ook Hoeksema. ,,Ik snap die reactie wel maar het is tekenend voor deze tijd. We maken elkaar gek met verhalen over korte terugverdientijd en dat je een dief bent van je eigen portemonnee als je niet meedoet. Maar het is een subsidieregeling en die is niet eeuwigdurend. Bedenk wel dat je ook zonder saldering je panelen binnen zeven jaar hebt terugverdiend.”
Om de energietransitie sneller en vooral ook eerlijker te laten verlopen zou de overheid volgens hem veel meer de regie moeten nemen. ,,Zoals het de afgelopen jaren is opgetuigd is een kleine groep er heel rijk van geworden en zijn het vooral de zwakkeren waar de rekening uiteindelijk bij komt te liggen. We lopen ook tegen steeds grotere problemen aan door sterk wisselende energieprijzen, een overvol net, onzekerheden rond saldering. Ik denk dat de energietransitie toe is aan een Deltaplan waarbij de overheid het voortouw neemt.”
Met groeiend verzet in Nederland tegen de komst van zonneweides en windmolens kan Hoeksema niet veel. ,,We hebben die energie toch nodig? Wat willen mensen dan? Je haalt als overheid heel veel tegenstand weg door niet de aandeelhouders maar burgers te laten profiteren van de revenuen. Burgers en overheid moeten veel meer samenwerken.”
Naast coöperaties uit de drie Noordelijke provincies, de geboorteplek van EvO, hebben zich inmiddels ook coöperaties uit andere delen van Nederland zich bij hen aangesloten. ,,Wij kunnen in principe heel Nederland bedienen. Maar als ze in Limburg bijvoorbeeld een eigen energiebedrijf op coöperatieve grondslag willen oprichten dan helpen we ze graag mee.”
Zijn ideaal van energiegemeenschappen los van de markt botst voorlopig nog met de weerbarstige praktijk. ,,Ik had gehoopt dat er overal lokale energiehubs zouden ontstaan waarbij regionaal opgewekte energie, lokaal wordt gebruikt. Dan zouden wij van energiebedrijf administratiekantoor zijn geworden voor die lokale hubs. Maar zelfs op Ameland, met een florerende energiecoöperatie en enorme zonneweide, lukt het niet los van de markt te komen. Het energieverbruik in Nederland neemt alleen maar toe en batterijen voor opslag zijn nog veel te duur. Grote netwerken blijven voorlopig nodig dus ook de markt.”
Maar het is nog steeds zijn streven. ,,Stel dat nog twintig procent van de energie die we leveren afhankelijk is van de marktprijs. Dan kunnen we mensen voor bijvoorbeeld twintig jaar een gegarandeerde vaste energieprijs aanbieden. Dat geeft mensen niet alleen veel rust maar ook bestaanszekerheid.”