Dit artikel is geschreven door Mareike Brühl van Fork Ranger. Fork Ranger helpt consumenten met het maken van duurzame voedselkeuzes. Dat moet volgens hun leuker en makkelijker worden! Daarom maakten ze het boek ‘Ons Eten als weg uit de Klimaatcrisis’, een seizoenskalender en de gratis Fork Ranger app.
Het is alweer november en dat betekent dat de meeste lokale groente alweer uit het seizoen raken. In september is het aanbod het grootste, maar na de oogst van de zomergroente is het tijd voor de winter. De tijd van stamppot, maar ook van warme chocolademelk en kaneelbollen. De cacao en kaneel en hiervoor komt natuurlijk niet uit Nederland. Maar is dit erg? Moet ik al mijn subtropische genietmomentjes opgeven voor het klimaat? Hoeveel draagt het bij als ik naar alleen lokale seizoensgebonden producten switch?
Seizoensgroente is de nr 1 klimaatactie die mensen op het gebied van voedsel willen ondernemen
Er is relatief veel aandacht voor seizoensgroente, zeker als je kijkt naar de bespaarde CO2 emissies ervan. De Europese Consumenten Organisatie deed onderzoek naar wat mensen bereid zijn om te doen voor het klimaat op het gebied van hun eetpatroon. Twee derde van de mensen stond ervoor open aanpassingen te maken in wat ze eten en bijna 60% gaf aan meer seizoensgroente te willen eten.
Toch is seizoensgroente eten niet de nr 1 klimaatactie die het meeste impact heeft. Dit komt omdat vergeleken met dierlijke producten, groente en fruit een veel lagere impact heeft. Een tomaat is een van de meest impactvolle groenten, maar zelfs de slechtste tomaat is vijf keer beter dan dezelfde hoeveelheid kaas.
Met andere woorden: seizoensgebonden eten kan je CO2 footprint verkleinen, maar heeft slechts invloed op een deel van je voeding dat al een lage impact heeft. Dus over het algemeen is seizoensgebonden eten niet één van de top prioriteiten als het aankomt op hoe je voor het klimaat kunt eten. Zoals je kan zien in onderstaande infographic, is het eten van minder dierlijke producten veel effectiever aangezien deze 83% van de CO2-emissies van het gemiddelde Europese dieet veroorzaken. En fruit, groente en noten maar 4%.
Transport maakt minder uit dan we denken
Toch denken we vaak dat het eten van seizoensgroente dus een echt groot verschil maakt. Dit komt vooral omdat we de rol van transport overschatten. Als we niet met de seizoenen eten (of van exotische producten genieten) komt ons voedsel ergens anders vandaan en moet naar Nederland vervoerd worden. Ondanks dat containerschepen veel CO2 uitstoten, past er ook gigantisch veel op, waardoor de impact per product relatief laag is. Gemiddeld gezien maakt transport nog geen 6% van de totale footprint van een voedselproduct op.
Toch zijn er een aantal gevallen waarin seizoensgroente wel een verschil maakt op het gebied van CO2. En daarnaast zijn er andere voordelen.
Wanneer seizoensgroente eten echt een verschil maakt
Er zijn twee gevallen waarin het kiezen van seizoensproducten echt de CO2 impact van je voedsel kan verkleinen.
1) Als het product anders wordt ingevlogen ✈️
Transport met het vliegtuig heeft een hoge CO2 uitstoot, maar gelukkig wordt maar heel weinig via de lucht getransporteerd. De producten die met het vliegtuig komen als ze niet in het seizoen zijn (vooral in de winter):
- Zacht fruit (bessen)
- Asperges
- Sperziebonen, tuinerwten, en peultjes
2) Als het product anders in een verwarmde kas wordt geteeld 🏭
Zoals je kan zien in de onderstaande infographic, heeft spinazie uit de verwarmde kas een bijna drie keer zo hoge impact als lokale spinazie uit het seizoen.
Wat interessant is, is dat de locatie er minder toe doet dan of het in het seizoen is geteeld. Dat komt omdat het grootste deel van de uitstoot meestal afkomstig is van productie, niet van transport. Iets in het seizoen telen en vervolgens in de vriezer bewaren zorgt ook voor weinig extra uitstoot.
Vooral mediterraanse groenten vereisen vaak verwarmde kassen en hebben een grotere CO2 footprint. De producten die in Nederland meestal uit een kas komen:
- Tomaat
- Komkommer
- Paprika
- Aubergine
- Aardbeien
Andere voordelen van seizoensgroente
Hoewel seizoensgebonden en lokale gerechten geen enorm verschil maken in het huidige voedselsysteem vanwege de hoge CO2-emissies van vlees en zuivel, is het nog steeds een belangrijk onderdeel van een duurzaam voedselsysteem. Ook om de volgende redenen:
Verbinding met de natuur
Meer en meer studies laten ons de voordelen van verbinding met de natuur zien: je wordt minder gestresst, meer gefocust, meer ontspannen en veel meer. Seizoensgroente eten is een andere manier om meer in verbinding te staan met je omgeving en de natuurlijke seizoenen. Het is lastig om er cijfers aan te hangen, het voelt gewoon goed. En het is belangrijk dit gevoel te koesteren.
Steunen van lokale boeren
Een Nederlandse boer kan alleen in de winter boerenkool of kool oogsten. Als niemand ze eet en we kopen allemaal geïmporteerde courgettes en tomaten, dan blijft de boer met deze wintergewassen over. Het eten van seizoensgroente betekent dat je in de pas loopt met het landbouwschema. En dat betekent dat lokale boeren meer ondersteund worden om in harmonie met de natuur te boeren.
Nieuwe groenten ontdekken
Seizoensgroente eten betekent dus ook kool of ander ondergewaardeerd groentesoorten eten. Dit ondersteunt niet alleen de biodiversiteit omdat we een grotere verscheidenheid aan groenten eten, maar maakt ons bord en onze smaken ook diverser. Het eten van meer diverse groenten is gezond en helpt bij het creëren van een voedingspatroon dat minder gericht is op vlees.
Niet altijd alles kunnen hebben
Seizoensgroente eten helpt ons ook een nieuwe mentaliteit aan te namen. Het helpt ons te oefenen dat we niet altijd alles kunnen krijgen wat we willen. We kunnen de klimaatcrisis niet oplossen zonder deze simpele waarheid te accepteren.
Seizoensgroente is goedkoper
Naast goed voor het klimaat, zijn seizoensgroente ook goed voor de portemonnee. Groenten zijn gemiddeld 13,1% goedkoper aan het einde van de zomer – als de meeste groente geoogst worden – vergeleken met de prijzen aan het einde van de winter.
Het kan beide in een duurzaam voedingspatroon: subtropische genieten én seizoensgroente
Het belangrijkste van een duurzaam voedingspatroon blijft meer planten eten en minder dierlijke producten. Meer seizoensgroente eten is een goede vervolgstap wanneer je deze eerste stap al hebt gezet, maar betekent ook niet dat je nooit meer een mango, avocado of sinaasappel mag eten.
Om het makkelijker te maken met de seizoenen te eten, maakten we de seizoenskalender met recepten (waarin soms ook subtropische ingrediënten voorkomen – want die zijn altijd een luxe en toch nooit in het seizoen). Maar je kunt ook in de gratis Fork Ranger app meer leren over duurzaam eten, infographics bewaren en heerlijke recepten verzamelen. In de iPhone-versie kun je gemakkelijk op seizoensrecepten filteren wanneer je supporter wordt. Deze functionaliteit komt er binnenkort ook aan voor Android!
En wil je meteen vanavond starten, probeer dan voor November één van de volgende gerechten: