Door Wim Schepens
Onlangs was mijn vrouw jarig. Kroonjaar, jubileumjaar. Een mooi cadeau, en je denkt meteen, ik ga naar Sietske, het schattige bloemenzaakje bij ons in het dorp en koop een geweldige, enorme bos rode rozen voor haar. Zeg het met bloemen. Want wat is er mooier dan op je knieën gaan voor je geliefde, haar te eren met een geweldig, veel te groot boeket. Alleen maar om een enkele schittering in haar ogen te zien, een minieme trilling van haar mondhoek, zich vormend naar het begin van een glimlach, dat is genoeg om deze krankzinnige bloemenuitspatting te rechtvaardigen.
Zeg rustig aan jij, op hol geslagen puber. Nog voordat ik bij Sietske was kwam ik tot bezinning. Bloemen, dat is toch vervuilend? Pesticiden, kunstmestkorrels, gaskassen? Niet doen! En Sietske dan met haar leuke winkeltje?
Ik realiseerde me opeens dat er veel producten zijn die je nu beter niet meer kunt kopen, die vroeger geen kwaad konden, of waarvan we dat in ieder geval niet wisten. Sterker nog, producten die vroeger prima waren blijken nu milieutechnisch beneden de maat. Bloemen bijvoorbeeld. Het groeit en bloeit en het is natuur. Prima dus, was onze eenvoudige gedachte. En waarom koop je eigenlijk iets nutteloos als bloemen, die binnen een paar dagen zijn verwelkt? (Niet die van Sietske hoor). Misschien doe je dat wel ómdat het nutteloos is. Omdat je laat zien dat je zelfs weggegooid geld overhebt voor je vrouw. Juist daarom is het zo oneindig veel romantischer om je geliefde een bos bloemen aan te bieden, dan om haar, bijvoorbeeld een pot pindakaas cadeau te doen. Veel te nuttig, zo’n pot.
Nu we het toch over pindakaas hebben. Nog zoiets. Mijn kaasconsumptie is drastisch verminderd. Want kaas is zuivel is koeien is stikstof. Van zoetigheid op brood houd ik niet, en vlees op brood eet ik al jaren niet, want ook mijn vleesconsumptie verminder ik. Rest mij pindakaas. Geen ramp want dat vind ik lekker. In tegenstelling tot mijn kaas, en vleesconsumptie, is mijn pindakaasconsumptie behoorlijk toegenomen.
Nu was ik laatst met een vriend een paar dagen wandelen in de Eifel. Pot pindakaas mee voor het ontbijt. Plotseling pakt hij de pindakaas, zet zijn bril af om naar de véél te kleine lettertjes op het etiket te turen en zegt: “Ik zie het al, met gehard palmvet”. Ja van palmolie.
Palmolie, van palmen, puur natuur, is dat ook al niet goed? Helaas niet. Wie even googlet vindt bij het lemma palmolie: “de productie van palmolie is slecht voor het milieu en voor soorten als de orang-oetan, vanwege ontbossing, bosbranden en veenontginning.” Je hart krimpt van pure ellende ineen als je je realiseert dat met elke hap pindakaas die lieve orang-oetan een stap dichter bij zijn ondergang komt. Daar zijn we mooi klaar mee.
Ik dacht onmiddellijk aan soja. Dat was eens ook een uitstekend product. Nu weten we dat de sojaproductie voor ontbossing zorgt en slecht is voor de biodiversiteit. Of neem ethanol als brandstof vervanger van benzine. Jaren geleden was ik in Brazilië, waar toen al een groot deel van de auto’s op bio-ethanol reden. Waarom doen wij dat niet? Omdat dat eindeloze akkers met rietsuiker of mais vergt. Ontbossing dus, en monocultuur die weer ten koste gaat van voedselvoorziening en biodiversiteit. En zo is het altijd wat.
Of melk. Ik ben opgegroeid met Joris Driepinter. Drie glazen melk per dag dat doet het, melk de witte motor, melk is goed voor elk. Ik kan het nóg opdreunen. Volgens de toenmalige melkmarketing zouden onze opgroeiende kindjes het zonder melk zeker niet redden, en hun tere botjes als een nat zandkasteel in elkaar kruimelen. Een geweldig gezond product dus van onze al even gezonde en blakende koeien. Niet dus, melk is niet erg gezond. Beetje calcium misschien maar erg veel méér zit er niet in. Wat is er in de beeldvorming rond melk in korte tijd veel veranderd.
Evolutionair gezien drinkt een mens nadat hij zuigeling af is geen melk meer. Is niet nodig. De meeste Aziaten drinken helemaal geen melk. Sterker nog, ze kunnen het vaak niet verdragen. Wij in het westen zijn al zo gedegenereerd dat we die melk zonder slag of stoot naar binnen kunnen klokken.
Ikzelf drink geen melk, maar een beetje melk in mijn koffie moet kunnen, vind ik. Bovendien moet je melk in huis hebben voor gasten die ook melk in de koffie willen vind ik, om een alibi te hebben voor mijn melkbehoefte.
Sinds enkele jaren kocht ik bij ons in de supermarkt Boeren van Amstel melk. Melk van een klein collectief van boeren in de polder onder Amsterdam die op een duurzame manier melk produceren. Compleet mét kruidenrijk gras in een weide waar weidevogelbescherming hoog in het vaandel staat. Bovendien wordt van elke pak een paar cent besteed aan weidevogelbeheer. Prachtig. Dat kan ik kopen. Eén nadeel, ik greep vaak mis. Er stonden altijd maar een paar pakjes Boeren van Amstel naast de honderden pakken Campina melk. En vaak stond er dan op zo’n pak Boeren van Amstel dat de uiterste verkoopdatum morgen, of soms zelfs al vandaag was aangebroken. Tja, met mijn paar scheutjes melk in de koffie ben ik toch gauw een week bezig met zo’n pak. Ik ben wel eens naar de vriendelijk Albert Heijn bedrijfsleider gestapt om te zeggen dat ik fan ben van Boeren van Amstel, maar dat de uiterste verkoopdatum wel iets verder weg mag liggen dan morgen. Bij de Campina pakken is dit vermaledijde punt vaak pas anderhalve week nadat je het pak hebt gekocht bereikt. Enfin, hij zou er naar kijken. Nooit meer iets van gehoord. Net zoals Albert Heijn nog nooit reclame heeft gemaakt voor de Boeren van Amstel, of het in een bonus aanbieding was te vinden. Boeren van Amstel mochten blij zijn dat ze in het schap lagen. En nu, sinds enkele weken is het helemaal verdwenen bij Albert Heijn. Want Albert Heijn is wel groen, maar het moet natuurlijk niet te gek worden.
Een nieuw begin dus. Want denk maar niet dat ik me tot Campina melk laat dwingen! Stoer ga ik helemaal van de melk af! Sojamelk dus. Daarvan was ik snel genezen. Niet te drinken. Mijn zoon kwam met een goed alternatief op de proppen. “Nee sojamelk niet, maar amandelmelk, dat smaakt heel behoorlijk in je koffie”. En verdraaid, hij heeft gelijk. Het is een paar centen duurder maar dan heb je ook wat. Enkele weken al doe ik tot volle tevredenheid amandelmelk in mijn koffie.
Dan ben ik melksgewijs eindelijk uit de brand, of ik lees alweer in het wetenschapskatern van de krant dat amandelmelk het minst eco-vriendelijk is omdat het veel water verbruikt. Nou dat weer. Keuzestress, ik begin er echt last van te krijgen.
Gelukkig is er een oplossing in zicht. In Engeland bestaat de site Ethical Consumer. Geweldig is dat. Van talloze producten staat vermeld hoe duurzaam het is. Ingedeeld in de categorieën duurzaamheid, milieu, mensen, dieren, politiek en bedrijfsethiek. Op elke onderdeel krijgen de producten een score en zo kom je tot lijstjes van aan te bevelen producten en slechte. Nestlé vermijden dus. Van schoonmaakmiddelen tot kleding, van tuinartikelen tot energieleveranciers, je kunt het zo gek niet bedenken of het is er te vinden.. Nadeel, het zijn vaak producten en merken die alleen in Engeland te krijgen zijn, maar je kunt er toch een eind mee vooruit. Hoog tijd dus voor een Nederlands equivalent van de Ethische Consument. En als ik me niet vergis is men as we speak bij de stichting Just Enough bezig om zo’n Nederlandse versie op te zetten.
Of ik daarmee van mijn keuzestress afkom weet ik niet, want hoe vergelijk je een acht voor duurzaamheid, met een vijf voor arbeidsomstandigheden. Keuzes, keuzes, keuzes.
Maar goed, liever keuzestress over producten waarvan ik weet wat de consequenties van mijn aankoop zijn, dan als een kip zonder kop voor amandelmelk of pindapalmvetkaas gaan.
Wil jij helpen met het opzetten van de Nederlandse versie van de Ethical Consumer database, klik dan hier.