Klimaatburgemeester Jan Post is niet van het padje

‘Loop ik tijdens de vakantie in zo’n Franse mega-supermarkt en zie ik daar op de afdeling elektronica bij elk product naast de prijs ook een cijfer: ‘indice de réparabilité’. Om verspilling tegen te gaan krijgen consumenten daarmee al meteen bij de aanschaf van een apparaat informatie over de ‘repareerbaarheid’; een cijfer op de schaal van 0 tot 10. Producenten zijn wettelijk verplicht dat te vermelden. Dus dan zie je dat de ene smartphone 599 euro kost met een repareerbaarheidsscore van 3,8; voor de ander betaal je 219 met een score van 7,3. Ik heb ter plekke in mijn korte broek en in m’n beste Frans alle informatie over dat systeem opgevraagd die nodig is zo’n systeem in Nederland ook van de grond te krijgen.’

4 IMG 1315 001 small

Jan Post is klimaatburgemeester in Ede. Klimaatburgemeesters, officieel benoemd door het ministerie, zijn er in alle soorten en maten; het zijn landgenoten die zich in hun naaste omgeving meer dan gemiddeld inzetten voor een schonere, duurzame wereld. Jan runt in zijn woonplaats samen met zijn dochter Louise de Reparatiewinkel Parts NL, een onderneming met tien personeelsleden. Maar de invloed van Jan reikt veel verder dan de dorpsgrenzen. ‘Ik sta met beide benen in de modder. En ik zit met hoge piefen van het ministerie aan tafel. Die combinatie geeft me een voorsprong in gesprekken.’ Jan is namelijk ook voorzitter van de commissie Consumenten Elektronica van Techniek NL – waarover straks meer.

Duurzaam
‘Repareren is duurzaam’. Het motto van Jan Post is lang niet ingeburgerd dus staat het in kapitale letters op de winkelmuur en achterop de werkkleding van elke medewerker. De Reparatiewinkel is een grote zaak, 300 vierkante meter, in de dorpskern. Het voorste gedeelte, aan de straatkant, oogt het als een gewone onderdelenwinkel, maar daarachter ligt het epicentrum: hier zitten probleemoplossers de hele dag te sleutelen aan consumenten-electronica. Een van hen zit met behulp van den loep geconcentreerd te solderen aan een kleine printplaat, een ander buigt zich over de stoffige inhoud van een koffiemachine. Op elk bureau staat een stilleven van techniek: half ontmantelde televisies, dvd-spelers, stofzuigers; ondefinieerbare binnenwerken van machines tarten de wet van zwaartekracht. En waar je ook kijkt, onderdelen, groot en klein. Hier wordt weinig weggegooid; je weet immers nooit wanneer je het weer eens kunt gebruiken.  

‘Ben je helemaal van het padje?’ vroegen de geestverwanten van Jan Post (hij stond voor het CDA op de kandidatenlijst voor de gemeenteraad), toen hij steeds vaker in de media opdook met zijn pleidooi voor duurzaamheid. Maar Jan is er al jaren van overtuigd dat het repareren van apparaten in één klap én de afvalberg én het dreigende tekort aan grondstoffen kan verkleinen. ‘Vaak gaat het maar om een miniem klein onderdeeltje. Als je dat weet op te sporen, te vervangen of te repareren, kan zo’n apparaat weer jaren mee. Ik heb nooit begrepen waarom niet iedereen daar het nut en de noodzaak van inzag.’

Kilometervreters

Hij heeft er zichtbaar plezier in om de draak te steken met de gebruikelijke gang van zaken. ‘Stel, jij koopt hier bij de Mediamarkt een koffiemachine. Na drie maanden is-ie kapot en meld je je bij de balie. Het apparaat gaat dan standaard naar Goes, in Zeeland, waar het reparatiecentrum van Mediamarkt is gevestigd. Omdat het een machine van het merk Bosch is, gaat het van Goes naar Tiel; de Nederlandse vestiging van de Duitse leverancier. Het euvel wordt verholpen. Het apparaat gaat van Tiel terug naar Goes en komt vervolgens terug in Ede. ‘Waar lag het nou aan?’ vraag je belangstellend. In het beste geval weten ze bij de balie van Mediamarkt dan de oorzaak. ‘Ja, er was iets mis met de zetgroep.’ ‘Zou kunnen’, zeg je, ‘de machine werkte opeens niet meer, kort nadat ik ‘m had schoongemaakt.’ Ik denk dan: het zou zomaar kunnen zijn, dat er niet veel meer aan mankeerde dan dat een onderdeel bij het schoonmaken net verkeerd was teruggeplaatst. Als we dat in onze winkel even hadden kunnen vaststellen, had het veel tijd, honderden kilometers nodeloos vervoer en administratieve rompslomp gescheeld.’
Volgt nog een verhaal, over een redacteur van het Financieele Dagblad, die een tracker in een defect apparaat plaatste, en het vervolgens bij de klantenservice van een winkel aanbod. ‘Dankzij de ingebouwde chip was precies na te gaan welke reisbewegingen het apparaat maakte voordat het alsnog in Nijmegen in de shredder belandde. Nou ja….!’

Innoveren
De voorgeschiedenis van zijn Reparatiewinkel is met een paar pennenstreken te schetsen. Jan volgde een opleiding tot ‘techneut’ en begon een reparatiebedrijf, dat hoofdzakelijk gericht was op bedrijven; business-to-business. Uit interesse voor innovatief ondernemen volgde hij een opleiding in Nyenrode. In 1997 werd hij al eens door het prestigieuze opleidingsinstituut uitgeroepen tot ‘Ondernemer van het jaar’. De appel valt niet ver van de boom. Dochter Louise studeerde commerciële economie aan de Hogeschool van Amsterdam en toen ze stage had gelopen en een masterscriptie had geschreven om de formule van de Reparatiewinkel te vermarkten, gooiden ze het roer om. Jan: ‘We gingen ons uitsluitend richten op consumenten. De onderneming verhuisde – nu 6 jaar geleden – van het industrieterrein naar het centrum. Ik hou van innoveren, meedoen in de voorhoede. Dat was geen onzeker avontuur, want ik had wel door dat de gemiddelde consument steeds meer door zou krijgen dat repareren duurzaam is.’

Laptops, smartphones, tv’s, witgoed, koffiemachines, stofzuigers – de medewerkers van de Reparatiewinkel zijn vele markten thuis. ‘Toch accepteren we niet alles. Voor sommige producten zijn we gewoon te duur. Broodroosters en strijkbouten bijvoorbeeld. Komen klanten daarmee aan de balie, dan krijgen ze een A4tje met de adressen en openingstijden van het Repaircafé. Zij kunnen dat goedkoper. We zijn beslist geen concurrent, integendeel, we werken er mee samen.’ Klanten weten bij ons dat de rekening niet hoger uitpakt dan 95 euro. Gaan de kosten daarbovenuit, dan overleggen we vooraf.’

Politici
Is zijn Reparatiewinkel al een succesvol duurzaam initiatief, de meeste impact heeft klimaatburgemeester Jan Post met zijn werk op landelijk – en soms – Europees niveau, door zijn functie bij Techniek NL. Het aantal (Euro)parlementariërs dat hij op werkbezoek heeft rondgeleid is niet op twee handen te tellen. ‘Techniek NL is een belangrijke gesprekspartner voor de overheid bij de energietransitie. Niet alleen als het gaat over windmolens en laadpalen, maar ook bij het brede terrein van consumenten elektronica, de dagelijkse gebruiksvoorwerpen. Als je wilt dat de afvalberg en de verspilling van grondstoffen wordt gedecimeerd moet je daar je ervaringen uit de reparatiewinkel inbrengen. Veel producenten hebben een verdienmodel dat is gebaseerd op vervangen van apparatuur, in plaats van reparatie. Het is makkelijker discussiëren, als je voortdurend voor ogen houdt hoe zij denken: de fabrieken moeten blijven draaien; dus als we mee moeten in de vaart der volkeren, laten we dan inzetten op recyclen. Maar in de praktijk blijkt lang niet alles recyclebaar; er is altijd verlies. Reparatie is duurzaam. ‘

Register
De macht van fabrikanten is groot. De impact van elektronica – sensoren, chips, etc. – is de laatste decennia sterk toegenomen. Om apparaten goed te kunnen repareren moeten ze technische informatie delen. Maar als je er om vraagt houden ze de kaarten tegen de borst. Gelukkig is er Europese wetgeving die fabrikanten verplicht kennis te delen; daarvoor is een centraal register noodzakelijk en daar is veel over te doen geweest. Als het aan Techniek Nederland ligt, komt het er nog dit jaar.’
Nog meer lichtpuntjes: ‘De informatie over het ‘indice de repabilité’ wordt serieus bestudeerd op het ministerie. Eigenlijk moet je zoiets ook Europees aanpakken. Het is een kwestie van tijd, dan zien we het ook in de Nederlandse winkels.’ Met de leiding van Vangerow GmbH, een bevriende branchegenoot uit Reutlingen (D), onderhoudt Post, die vloeiend Duits spreekt, nauwe contacten. ‘We houden elkaar op de hoogte en trekken gezamenlijk op, in de richting van het Europese parlement.

BTW
Ook op een ander terrein draait de lobby op volle toeren. ‘De BTW op reparatiewerk moet geschrapt. Stel, je koffiemachine gaat na een paar maanden kapot en wij zien kans om het voor 100 euro te repareren. Kom je bij de kassa, moet je 121 euro betalen, want 21% BTW. Dat is oneerlijk; je hébt al BTW betaald, bij de aanschaf. De Tweede Kamer is gevoelig voor die redenering. Als de voortekenen niet bedriegen verdwijnt het 21%-tarief en maakt het plaats voor een tarief van 9%. Dat zou een mooie stap voorwaarts zijn.’

Deel dit artikel:

Facebook
Twitter
LinkedIn