Waarom ik geen nieuwe laptops meer koop

Door Kris De Decker, repost van Low Tech Magazine, 20 december 2020

Als freelance journalist heb ik altijd geloofd dat ik regelmatig een nieuwe laptop moet kopen. Maar oudere machines bieden meer kwaliteit voor veel minder geld.

X60 on its side white dithered
Foto: Low-tech Magazine wordt geschreven en gepubliceerd op een ThinkPad X60s uit 2006

Als freelance journalist – of kantoorklerk zo je wil – was ik er altijd van overtuigd dat ik een degelijke computer nodig had, en dat er voor kwaliteit betaald moet worden. Van 2000 tot 2017 versleet ik drie laptops die me in totaal zo’n 5.000 euro hebben gekost – ongeveer 300 euro per jaar over de hele periode. De gemiddelde levensduur van elk van die drie laptops was 5.7 jaar.

In 2017, ergens tussen het offline halen van mijn kantoor, besloot ik geen nieuwe laptops meer te kopen. In plaats daarvan stapte ik over op een tweedehands toestel uit 2006 dat ik online kocht voor 50 euro. Met een nieuwe batterij, een eenvoudige hardware upgrade, en een software downgrade, doet de machine alles wat ik wil en nodig heb – en dat voor een totaalprijs van minder dan 150 euro.

Als mijn laptop uit 2006 het net zo lang volhoudt als mijn vorige drie machines – nog ongeveer 1 jaar te gaan – heeft hij slechts 26 euro per jaar gekost. Dat is ongeveer tien keer minder dan wat de vorige laptops me hebben gekost. Ook de milieuschade die wordt aangericht is tien keer kleiner.

Energie- en materiaalverbruik van een laptop

Volgens de meest recente levenscyclusanalyse kost de productie van een laptop tussen de 3.010 en 4.340 megajoule aan primaire energie – ontginning van het materiaal, productie en verkoop van het toestel inbegrepen. 1

Elk jaar kopen we wereldwijd 160 à 200 miljoen laptops. Dat betekent dat de wereldproductie van laptops per jaar 480 à 868 petajoule aan energie kost, wat ongeveer gelijk is aan een kwart tot bijna de helft van alle energie die wereldwijd door zonnepanelen wordt geleverd (2.023 petajoule in 2018). 2 Bovendien bevat een laptop een grote verscheidenheid aan materialen, waaronder mineralen die om economische, sociale, geochemische of geopolitieke redenen schaars zijn. 3 4

Het produceren van microchips is een erg energie- en materiaalintensief proces, maar dat is slechts de helft van het verhaal. De hoge milieukost van een computer is ook het gevolg van de erg korte levensduur van de toestellen. De meeste laptops die we kopen dienen als vervanging van een ouder toestel. Laptops worden gemiddeld om de drie jaar (bedrijfstoestellen) tot vijf jaar (privétoestellen) vervangen. 3 Mijn 5.7 jaar per computer is dus geen uitzonderlijke situatie.

Energieverbruik laptops daalt niet

De studie die hierboven wordt geciteerd, dateert van 2011 en heeft betrekking op een laptop die in 2001 op de markt was: de Dell Inspiron 2500. Alle begrip als je denkt dat deze “meest recente analyse van de levenscyclus van een laptop” gedateerd is, maar dat is niet zo. Een studie uit 2015 laat namelijk zien dat de milieukost van een computer ongewijzigd blijft doorheen de tijd. 5

De wetenschappers haalden 11 soortgelijke laptops uit elkaar, gemaakt tussen 1999 en 2008. Ze wogen de verschillende componenten en maten het oppervlak aan silicium op de moederborden (alsook voor 30 DRAM-kaarten die tijdens dezelfde periode werden geproduceerd). Hieruit bleek dat de totale massa en de materiaalcompositie van de belangrijkste componenten – batterij, moederbord, harde schijf, geheugen – niet betekenisvol veranderden, ook al werden de productieprocessen steeds efficiënter.

De reden hiervoor is dat verbeteringen in de efficiëntie van de productieprocessen worden gecompenseerd door verbeteringen in de functionaliteit van de laptop, die steeds sneller en krachtiger wordt. Dezelfde dynamiek verklaart ook waarom nieuwe laptops geen lager elektriciteitsverbruik hebben in vergelijking met oudere toestellen: nieuwe laptops zijn efficiënter, maar die vooruitgang wordt gecompenseerd door de toename in rekenkracht en geheugen.

Beperkte levensduur

Dit alles betekent dat het vervangen van een oude laptop door een nieuwe laptop geen enkele voordeel biedt, noch voor het milieu, nog voor de consument. Wat wel loont, zowel voor de planeet als voor de portemonnee, is je laptop zo lang mogelijk gebruiken. Zeker nu laptops een volwassen technologie zijn, met meer dan voldoende rekenkracht. Slechts één probleem: wie probeert zijn of haar laptop langer dan een paar jaar te gebruiken, loopt al snel tegen een hoop frustraties aan. Ik schets mijn ervaringen hieronder, en ik veronderstel dat ze voor veel mensen herkenbaar zullen zijn.

3 laptops white dithered
Foto: De drie nieuwe laptops waar ik tussen 2000 en 2017 op werkte.

Mijn eerste laptop: Apple iBook (2000-2005)

In 2000, toen ik als freelance wetenschaps- en technologiejournalist aan de slag was bij Belgische kranten en tijdschriften, kocht ik mijn eerste laptop: een Apple iBook. Een kleine twee of drie jaar later wilde de oplader niet meer meewerken. Toen ik hoorde wat een nieuwe oplader kostte, was ik zodanig in shock door de prijs dat ik weigerde een nieuwe oplader te kopen. Opladers zijn erg goedkoop te produceren, maar Apple verkoopt ze (nog steeds) peperduur. In plaats daarvan slaagde ik erin de oplader nog enkele jaren te gebruiken: eerst door hem onder een stapel boeken te leggen, en toen dat niet meer werkte, door hem in een bankschroef te klemmen. Ik heb nooit meer iets van Apple gekocht.

Mijn tweede laptop: IBM ThinkPad R52 (2005-2013)

Toen de oplader het tenslotte helemaal opgaf in 2005, besloot ik op zoek te gaan naar een nieuwe laptop. Ik had maar één eis: de oplader moest lang meekunnen of op z’n minst goedkoop te vervangen zijn. Ik kreeg uiteindelijk meer dan wat ik zocht. Ik kocht een IBM Thinkpad R52 en het was liefde op het eerste gezicht. Mijn IBM laptop was de complete tegenpool van mijn iBook en niet enkel qua design (een rechthoekige, zwarte doos). Veel belangrijker: dit toestel was gebouwd om lang mee te gaan, om betrouwbaar te zijn, en om gerepareerd te kunnen worden.

Circulaire en modulaire producten zijn erg trendy tegenwoordig, kan de levensduur van een IBM laptop eindeloos verlengd worden door gaandeweg elk onderdeel te vervangen. De vraag is dus niet hoe we naar een circulaire economie kunnen toegroeien, maar eerder waarom we er steeds verder van weg drijven.

De vraag is niet hoe we naar een circulaire economie kunnen toegroeien, maar eerder waarom we er steeds verder van weg drijven.

Mijn Thinkpad was een stuk duurder dan mijn iBook, maar dat geld ging tenminste naar een degelijk toestel en niet naar een schattig ontwerp. De oplader gaf geen problemen en toen ik hem tijdens een reis kwijt raakte, kon ik voor weinig geld een nieuwe kopen. Wist ik toen veel dat deze gelukkige aankoop een eenmalige gebeurtenis zou zijn.

Thinkpad r52 white dithered
Foto: De IBM ThinkPad R52 uit 2005.

Mijn derde laptop: Lenovo Thinkpad T430 (2013-2017)

We maken een sprong naar 2013. Ik woon ondertussen in Spanje en heb Low-Tech Magazine opgericht. Ik werk nog steeds op mijn IBM Thinkpad R52 uit 2005, maar er duiken stilaan wat problemen op. Die hebben niet zozeer te maken met de laptop zelf, maar met de software die erop draait.

Ten eerste verplicht Microsoft mij tot een upgrade van mijn besturingssysteem omdat Windows XP vanaf 2014 niet meer ondersteund zal worden. Ik heb geen zin om geld te besteden aan iets wat ik in feite niet wil, en bovendien zou het nieuwe besturingssysteem teveel rekenkracht en geheugen eisen van mijn oude laptop. Daarnaast had ik de indruk dat de laptop steeds trager werd. Kortom: ik trapte in de val die de hardware en software fabrikanten voor ons hebben opgezet, en besloot dat ik een nieuwe laptop nodig had.

Ondertussen was ik zo gehecht aan mijn Thinkpad, dat het me logisch leek om een nieuw model te kopen. Slechts één probleem: in 2005, net nadat ik mijn eerste Thinkpad had gekocht, werd de computerafdeling van IBM overgekocht door het Chinese bedrijf Lenovo, nu de grootste producent van laptops ter wereld. Chinese bedrijven staan niet bekend voor hun kwaliteitsvolle producten, maar aangezien de Thinkpads van Lenovo er net zo uit zagen als die van IBM, waagde ik mijn kans. Ik kocht een Lenovo Thinkpad T430 in April 2013 – aan een stevige prijs, maar ik ging ervan uit dat er voor kwaliteit betaald moet worden.

Helaas werd het bijzonder snel duidelijk dat ik een foute keuze had gemaakt. Om te beginnen moest ik de nieuwe laptop tweemaal terugsturen omdat de behuizing misvormd was. Toen ik uiteindelijk een toestel ontving dat niet kwakkelde op mijn schrijftafel, diende zich er snel een nieuw probleem aan: de toetsen van het toetsenbord kwamen los. Ik herinner me het ongeloof nog goed toen dat voor het eerst gebeurde. De IBM Thinkpad stond bekend om zijn robuuste toetsenbord. Als je het wilde breken, had je een hamer nodig. Lenovo vond dat duidelijk minder belangrijk en had het toetsenbord stilzwijgend vervangen door een inferieur alternatief. Ik kan een redelijk aggresieve typist zijn, maar ik heb nooit eerder een toetsenbord gebroken.

Misnoegd bestelde ik een vervangtoets voor 15 euro. In de maanden erna werden vervangtoetsen een vaste kost. Nadat ik meer dan 100 euro had uitgegeven aan plastic toetsen die snel opnieuw zouden afbreken, telde ik dat er 90 toetsen op het bord staan. Om die allemaal slechts één keer te vervangen had ik dus 1350 euro nodig. Ik vond een tijdelijke oplossing in een extern toetsenbord. Maar dat bleek onpraktisch, zeker als ik de laptop onderweg wilde gebruiken. En waarom koop je anders een laptop?

Ik kon er niet meer omheen: ik had een nieuwe computer nodig. Opnieuw. Maar welke dan? Zeker en vast geen toestel dat door Lenovo of Apple gemaakt was.

broken keyboard white dithered
Foto: Om alle toetsen van mijn Lenovo T430 slechts één keer te vervangen had ik 1350 euro kunnen neertellen.

Mijn vierde laptop: IBM Thinkpad X60s (2017-nu)

Ik kon maar niet vinden wat ik zocht en besloot uiteindelijk terug te keren in de tijd. Het begon me te dagen dat nieuwe laptops van slechtere kwaliteit zijn dan oudere laptops, ook al hebben ze een veel hoger prijskaartje. Ik ontdekte dat Lenovo de toetsenborden verving in 2011 en begon veilingsites af te schuimen op zoek naar Thinkpads die voor 2011 gemaakt waren. Ik had mijn Thinkpad R52 uit 2005 van onder het stof kunnen halen, maar ik was intussen gewend geraakt aan een Spaans toetsenbord terwijl de R52 een Belgisch toetsenbord had.

In April 2017 koos ik uiteindelijk voor een tweedehands Thinkpad X60s uit 2006. 6 In December 2020 vierde deze laptop zijn 14de verjaardag – wat hem minstens drie keer ouder maakt dan de gemiddelde laptop. Ik heb de machine nu ongeveer 4,5 jaar in dienst. Het is een bijzonder compact en licht model (1,43 kg versus 3,2 kg voor de Thinkpad R52) dat vrijwel onverwoestbaar is. De laptop overleefde al een val van een tafel op een betonnen vloer. Het toetsenbord is mijn beste vriend.

Mijn X60S doet bijna alles wat ik wil dat hij doet. Ik schrijf mijn artikels, doe mijn research en onderhoud de websites allemaal op dit toestel. Ik heb de machine mee op het podium genomen om tijdens lezingen afbeeldingen te projecteren op een groot scherm. Het enige wat ontbreekt is een webcam. Maar dat is snel opgelost door de vervloekte laptop met de gebroken toetsen weer even in te schakelen, zodat het onding tenminste nog ergens voor dient. Ik zou ook een externe webcam kunnen aansluiten, of overschakelen naar een Thinkpad X200 uit 2008, een iets nieuwere versie van mijn X60s mét webcam.

thinkpad x60s white dithered
Foto: Mijn ThinkPad X60s.

Hoe je van een oude laptop een nieuwe maakt

Het volstaat echter niet om gewoon een oude laptop te kopen. Het werkt alleen als je ook een upgrade doorvoert in de hardware, en tegelijk een downgrade doorvoert in de software. Vooral dat laatste is essentieel.

1. Gebruik zuinige software

Mijn laptop draait op Linux Lite, één van de vele open-source besturingssystemen die speciaal ontwikkeld zijn om op oude computers te draaien. Het gebruik van een Linux besturingssysteem is niet zomaar een suggestie. Een oude laptop oplappen doe je niet met Microsoft Windows of Apple OS, want dan loopt je machine vast nog voor je ze goed en wel hebt opgestart. De veroudering van laptops wordt in de eerste plaats aangedreven door steeds ‘zwaardere’ software, inclusief het besturingssysteem.

Linux Lite heeft geen flitsende visuals zoals de nieuwste Apple en Windows interfaces die wel hebben. Het heeft daarentegen een herkenbare grafische look zonder franjes, die allesbehalve voorbijgestreefd is. Het besturingssysteem neemt weinig ruimte in op de harde schijf en vraagt nog minder geheugen en rekenkracht. Het resultaat is dat een oude laptop, ondanks de beperkte presaties, toch vlot en snel werkt. Ik gebruik ook zuinige browers zoals Vivaldi en Midori, en maak gebruik van LibreOffice voor kantoortoepassingen. Bovendien worden de artikels voor de nieuwe website opgesteld en gepubliceerd in het uiterst zuinige tekstformaat (.txt).

Na zolang met Microsof Windows gewerkt te hebben, stond ik er versteld van hoe goed de Linux besturingssystemen werken – meer nog omdat je ze gratis kan downloaden en installeren. Daarbij steelt Linux geen persoonlijke gegevens, en probeert het je niet voor altijd aan een bepaald product te binden – in tegenstelling tot de nieuwste systemen van zowel Microsoft als Apple. Helaas biedt zelfs Linux geen 100% bescherming tegen veroudering. Zo zette Linux Lite dit jaar de ondersteuning voor computers met een 32-bit besturingssysteem stop, wat betekent dat ik nu op zoek moet naar een ander Linux systeem (of een iets nieuwere laptop).

2. Vervang de harde schijf door een solid-state drive

De laatste jaren heeft de veel snellere solid-state drive (SSD) de klassieke harde schijf (HDD) verdrongen. Hoewel je een oude laptop al kan oplappen door eenvoudigweg van besturingssysteem te veranderen, zorgt de switch van HDD naar SSD voor een enorm verschil. Met een nieuwe SSD – die je tussen de ongeveer 20 euro (120 GB) en 100 euro (960 GB) betaalt – heb je een toestel dat net zo snel werkt als een nieuwe laptop. Mensen lachen wel eens met mijn laptop, maar dat blijft niet duren als ze merken dat het ding sneller draait dan hun peperdure machine.

Hoe je een SSD installeert, is eenvoudig op te zoeken en net zo eenvoudig om te doen. Solid-state drives werken geruisloos en zijn beter bestand tegen fysieke schokken, maar zouden een kortere levensverwachting hebben dan klassieke harde schijven. Mijn SSD werkt intussen 4,5 jaar. Het lijkt erop dat zowel vanuit financieel als ecologisch standpunt de aankoop van een oude laptop met een nieuwe SSD een betere keuze is dan de aankoop van een volledig nieuwe laptop, ook als de SSD om de zoveel jaar aan vervanging toe is.

Reservelaptops

Ondertussen is mijn strategie geëvolueerd. In 2018 en 2020 kocht ik twee identieke modellen voor een gelijkaardige prijs, om ze als reservetoestellen en als bron voor reserveonderdelen te gebruiken. Sinds mijn oorspronkelijke aankoop botste ik op twee technische problemen. Na een jaar ging de ventilator stuk. Maar die werd snel hersteld in een rommelig IT-winkeltje in Antwerpen, uitgebaat door een man van Chinese afkomst.

Hij vertelde me dat mijn opgelapte ventilator nog een zestal maanden zou meegaan, maar het ding draait drie jaar later nog steeds. Het tweede probleem deed zich voor in 2019: de X60s weigerde plots zijn batterij op te laden. Mijn vervloekte laptop uit 2013 leed aan dezelfde kwaal. Het lijkt een vaker voorkomend probleem met Thinkpads, maar ik heb het nog niet kunnen oplossen. Het was ook niet echt nodig want ik neem nu één van mijn reservelaptops als ik buitenshuis wil of moet werken.

spare laptops white dithered
Foto: Drie identieke laptops uit 2006, allemaal in werkende staat, voor minder dan 200 euro.
thinkpad inside dithered
Foto: Binnenin de Thinkpad X60s. Bron: Hardware Maintenance Manual.

De magische SD-card

Dit is het moment om mijn magische SD-kaart voor te stellen, een andere hardware upgrade die het gebruik van oude laptops sterk vereenvoudigt. Veel mensen bewaren hun persoonlijke bestanden op de harde schijf van hun computer en maken – als alles goed gaat – back-ups op externe schijven, kaarten, sticks, etc. Ik doe net het omgekeerde.

Al mijn data staat op een SD-kaart van 128 GB, die ik in eender welke van mijn Thinkpads kan stoppen. Vervolgens maak ik maandelijkse back-ups van die SD-kaart op externe opslagmedia. Ik maak ook regelmatige back-ups van bestanden waaraan ik op dat moment werk, die ik tijdelijk bewaar op de drive van de computer waarop ik werk. Deze methode is bijzonder handig en betrouwbaar gebleken, althans voor mij: ik verlies geen documenten meer door computerproblemen.

Een ander voordeel is dat ik op eender welke computer kan werken en niet afhankelijk ben van een bepaald toestel om toegang te hebben tot mijn werk. Eenzelfde voordeel krijg je door alles online te bewaren, maar SD-kaarten zijn een stuk duurzamer en werken bovendien zonder internetverbinding.

Zelfs als twee van mijn laptops het op dezelfde dag zouden begeven, kan ik nog steeds doorwerken op de derde alsof er niets aan de hand is. Alles wat ik moet doen is de SD-card in een ander toestel stoppen. Aangezien ik nu twee laptops afwissel – één met en één zonder batterij – kan ik ze ook op verschillende plaatsen achterlaten en van de ene naar de andere plek fietsen met enkel een SD-kaart op zak. Doe me dat maar na met je gloednieuwe, peperdure laptop. Ik kan mijn drie laptops ook naast elkaar zetten, als ik extra schermen nodig heb.

Een SD-kaart kan de prestaties van een oude laptop met een klassieke harde schijf ook sterk verbeteren. In dat geval is het dan ook niet echt nodig om de harde schijf door een solid-state drive (SSD) te vervangen. Mijn reservelaptop heeft geen SSD en werkt soms traag als ik zware websites bezoek. Daarentegen kan ik een map of een document in een oogwenk openen, omdat die op de SD-kaart wordt bewaard. De SD-kaart zorgt er ook voor dat de harde schijf vlot kan werken omdat ze quasi leeg is. Ik weet niet hoe eenvoudig het is bij andere laptops, maar al mijn Thinkpads hebben een gleuf voor SD-kaarten.

De kosten

Laten we dan eens een volledige kostenraming maken, inclusief de inverstering in reservelaptops en hardware-upgrades. Ik gebruik de huidige prijzen voor zowel SSD-schijven als SD-kaarten, die een stuk goedkoper zijn geworden sinds ik ze zelf kocht:

  • ThinkPad X60s: 50 euro
  • ThinkPad X60s reservelaptop: 60 euro
  • ThinkPad X60 reservelaptop: 75 euro
  • Twee vervangbatterijen: 50 euro
  • 240 GB solid-state drive: 30 euro
  • 128 GB SD-card: 20 euro
  • Totaal: 285 euro


Zelfs wanneer je het totaalpakket koopt, ben je amper 285 euro kwijt. Als ik ook nog twee SSD’s in de reservelaptops stop, dan wordt dat 345 euro. Voor die prijs kan je misschien wel de meest waardeloze nieuwe laptop kopen, maar in elk geval zitten daar geen twee reservetoestellen bij.

Kan je met deze drie laptops tien jaar verder, dan betaal je 28,50 euro per jaar. Mogelijks moet je hier en daar een SSD of een SD-kaart vervangen, maar dat zal het grote verschil niet maken. Bovendien bespaar je de milieuschade die de productie van een nieuwe laptop elke 5,7 jaar veroorzaakt.

spare laptops 2 white dithered
Foto: Ik hoef de komende tien jaar geen nieuwe laptops meer te kopen.

Drijf het niet te ver

Hoewel ik mijn Thinkpad X60s als voorbeeld heb gebruikt, werkt dezelfde strategie net zo goed met andere Thinkpad-modellen – hier heb je een overzicht van alle modellen die ooit werden gemaakt – en met laptops van andere merken (waar ik niets van af weet). Als je liever niet via veilingssites op zoek gaat, kan je ook je dichtstbijzijnde tweedehandswinkel een bezoekje brengen, waar je waarschijnlijk nog garantie krijgt. De kans is groot dat je helemaal geen nieuwe laptop moet kopen, aangezien de meeste mensen thuis nog oude laptops hebben liggen.

Je hoeft niet noodzakelijk terug te keren naar 2006. Ik hoop dat het duidelijk is dat ik met mijn laptop uit 2006 een statement probeer te maken. Wellicht is een laptop uit 2006 zowat het verst dat je terug in de tijd kan gaan met behoud van werkcomfort. Mijn eerste poging was een Thinkpad X30 uit 2002, maar dat was een stap te ver. Die laptop gebruikt een ander type oplader, heeft geen gleuf voor SD-cards, en ik kreeg de Wifi niet aan de praat. Wie mijn methode wil volgen, kiest best een wat jonger toestel, bijvoorbeeld uit 2010. Dan heb je vaak al een webcam en een 64-bit architectuur. Vooral dat laatste maakt compatibiliteit met moderne software een stuk makkelijker. Je kan ook teruggaan naar de jaren 1990, maar dan zal je het zonder USB of Wifi moeten stellen.

De keuze van een laptop hangt ook af van wat je ermee wil doen. Als je een computer voornamelijk gebruikt om te schrijven, te surfen op het internet, te mailen, of voor licht entertainment, kan je het net zo goedkoop doen als ik. Doe je daarentegen grafisch of audiovisueel werk, wordt het ingewikkelder, al is het omdat je dan waarschijnlijk op een Apple computer werkt. In principe kan je op dezelfde manier te werk gaan, op een iets jongere en duurdere laptop dan de mijne, maar het werkt alleen als je naar een Linux besturingssysteem overstapt. Wat kantoorsoftware betreft is Linux veel beter dan commerciële aternatieven, maar helaas heb ik zelf geen ervaring met grafische Linux software. Het is een onderwerp voor een volgend artikel.

Dit is een hack, geen nieuw economisch model

Hoewel het groeikapitalisme ons nog decennialang zou kunnen voorzien van gebruikte laptops, is mijn strategie een hack en geen economisch model. Het is een manier om een economisch systeem te saboteren dat ons dwingt zoveel mogelijk te consumeren. Een veel betere oplossing is natuurlijk een ander economisch model, waarin alle laptops worden gebouwd als een Thinkpad uit 2010 of ouder. Als gevolg zou de verkoop van laptops flink dalen, maar dat is natuurlijk precies wat wenselijk is.

“Vooruitgang” in zowel hardware als software bepaalt het tempo waarmee computers gedateerd raken, maar tegenwoordig is vooral software de bepalende factor. Een computer van 15 jaar oud heeft alle hardware die je nodig hebt, maar is niet compatibel met de nieuwste (commerciële) software. Dit is niet alleen het geval voor besturingssytemen, maar voor elk type software, van games en kantoortoepassingen tot websites. Om laptops duurzamer te maken, zou dus vooral de sofware-industrie haar producten lichter moeten maken. Hoe lichter de software, hoe langer onze laptops meekunnen en hoe minder energie er nodig is om ze te produceren en te gebruiken.

Kathy Vanhout hielp mee bij de vertaling van dit artikel uit het Engels.
Foto’s: Jordi Manrique Corominas, Adriana Parra, Roel Roscam Abbing

Vond je dit artikel interessant? Lees hier meer van Lowtech Magazine…



Referenties

  1. Deng, Liqiu, Callie W. Babbitt, and Eric D. Williams. “Economic-balance hybrid LCA extended with uncertainty analysis: case study of a laptop computer.” Journal of Cleaner Production 19.11 (2011): 1198-1206. https://www.sciencedirect.com/science/article/abs/pii/S0959652611000801 
  2. International Renewable Energy Agency (IRENA). https://www.irena.org/solar 
  3. André, Hampus, Maria Ljunggren Söderman, and Anders Nordelöf. “Resource and environmental impacts of using second-hand laptop computers: A case study of commercial reuse.” Waste Management 88 (2019): 268- 279. https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0956053X19301825
  4. Bihouix, Philippe. The Age of Low Tech: Towards a Technologically Sustainable Civilization. Policy Press, 2020. https://bristoluniversitypress.co.uk/the-age-of-low-tech 
  5. Kasulaitis, Barbara V., et al. “Evolving materials, attributes, and functionality in consumer electronics: Case study of laptop computers.” Resources, conservation and recycling 100 (2015): 1-10. https://www.sciencedirect.com/science/article/abs/pii/S0921344915000683
  6. Lenovo nam IBM’s PC business over in 2005, strinkt genomen, kocht ik dus een Lenovo Thinkpad X60s. Maar de hardware was toen nog niet aangepast en de laptops hadden zowel IBM als Lenovo als merknaam op hun behuizing staan. Mijn reservelaptop, een quasi-identiek model van hetzelfde jaar (X60 in de plaats van X60s) draagt nog geen enkele vermelding van Lenovo. 

Deel dit artikel:

Facebook
Twitter
LinkedIn